home . fétigny . palm . aquarel . juf . kampenhout . teksten . gedichten . wij


La Ferme du Bonheur



Saulieu


Een beetje geschiedenis

Gelegen op een plateau dat uitkijkt op de Auxois, aan de doorgangsweg tussen het massief van de Morvan en de vlaktes van Bourgondië, is Saulieu altijd een halteplaats geweest.

Haar ligging en haar reputatie op gastronomisch vlak maken het een ideale verblijfplaats voor wie de streek wil gaan verkennen.

Het is niet mogelijk om de juiste geboortedatum van Saulieu vast te stellen. Maar reeds in de 1ste eeuw van onze tijdrekening was het een belangrijke halteplaats gelegen aan de Via Agrippa, een van de romeinse wegen in Gallië, tussen Avallon en Autun. Doorheen de eeuwen heeft de stad voordeel kunnen trekken uit haar ligging aan deze grote verbindingsas met namen als "Grand Chemin", "Voie royale", "Voie impériale", en vandaag "Nationale 6".

In de tweede eeuw wordt de plaats gechristianiseerd door twee Griekse missionarissen die er in het jaar 177 hun leven gelaten hebben : de heilige Andoche en zijn diaken, de heilige Thyrse. Ze werden gemarteld en gedood door de bevolking van de stad die vijandig stond tegenover het christendom.

Vanaf de 5de eeuw is er een kerk waar de relikwieën van de twee heiligen bewaard worden. De stad krijgt een toevloed van pelgrims waaronder Clovis en Clothilde, en later Karel de Grote. Dat bevordert de ontwikkeling van het hotelwezen. In de 13de eeuw zijn er verschillende markten in Saulieu en breidt de stad verder uit. Tijdens de honderdjarige oorlog wordt de stad geplaagd door rondtrekkende Engelse soldaten. Een vestingmuur wordt gebouwd in 1359 - 1360. De "Tour d'Auxois" is vandaag nog het enige overblijfsel.

Verschillende malen wordt de stad belegerd in de oorlog tussen de hertog van Bourgondië en de koning van Frankrijk. In de 15de en 16de eeuw is Saulieu een verarmde stad geworden.

In 1651 verkrijgt de Via Agrippa zijn vroeger tracé van de Staten Generaal van Bourgondië. Op die manier kan de stad haar oude reputatie van halteplaats weer opnemen. Saulieu wordt opnieuw een groot marktcentrum en een belangrijke posthalte. Dankzij het openbaar vervoer worden hotels en herbergen geopend. De start van de spoorlijn Parijs-Lyon die de Morvan vermijdt is niet echt een bedreiging. De opkomst van de auto en het toenemend gebruik van de N6 zorgen voor welvaart in de hotelsector. En zorgen in de 20ste eeuw voor het succes van de gastronomie.

Saulieu is een belangrijk centrum van kerstbomen. De kweek van kerstbomen begon in de jaren 1930. De gebruikte soort is de Epicea die goed aangepast is aan de bodem en het klimaat van de streek. De Douglas-den en de Nordman-den worden vandaag ook geplant. De Morvan produceert 10% van de kerstbomen van de Franse markt en exporteert naar Duitsland, Groot-Brittannië, België en zelfs Scandinavië.

(vertaald uit "Parc Naturel Régional du Morvan", Guides Gallimard, Editions Nouveaux-Loisirs, 1997, France)
Leerlooien

Vroeger was Saulieu gespecialiseerd in het leerlooien. Vandaag is die aktiviteit verdwenen, zelfs uit het geheugen van de mensen.

Water in overvloed, schors van eiken (voor de tanine), aanvoer van dierenhuiden en groeven van kalksteen : als die elementen verzameld zijn kan je leer looien. Dat was het geval voor Saulieu.

In de Middeleeuwen waren er niet minder dan 20 leerlooierijen actief in Saulieu in de wijk aan de straat "rue de tanneries". Later werden zeer hoge belastingen geheven op deze aktiviteit, met als gevolg dat deze industrie sterk terugviel. Zo bleven er in 1905 nog slechts zes bedrijven over, allemaal in dezelfde wijk van de stad met de kleine huisjes van de leerlooiers en hun familie : een plaats die gemeden werd wegens ongezond en vreselijke stank.

Eerst moest het vel in een bad van kalk. Eenmaal goed doordrongen werd de huid op een kader gespannen. Zo kon een werkman de huid afschrapen om haar en vleesresten te verwijderen. Dan werd het vel ondergedompeld tussen twee stukken eikenschors. In de buurt, ongeveer waar nu het hospitaal staat, bevond zich de wijk met de kalkovens. De kalksteen voor deze kleine bedrijfjes kwam uit een groeve in de buurt.

Het station van Saulieu speelde een belangrijke rol in deze aktiviteit. Daarlangs kwamen immers de benodigde materialen zoals hout, schors, en vooral de dieren. De loskaaien, gedeeltelijk overdekt en 90 meter lang, konden 13 wagons tegelijk afhandelen. Vergeet echter niet dat deze infrastructuur in de eerste plaats bedoeld was om de aanvoer te verzekeren van de fel bezochte veemarkt van Saulieu.

De eikenschors werd na gebruik gedroogd en verdeeld onder de bevolking van Saulieu. De schors werd vermalen en tot blokken gekneed en op de gevels van de huizen gelegd om te drogen. Deze blokken werden gebruikt om op het vuur te leggen als besparing van brandstof.

(vrij vertaald uit "Quartier Libre", de weekend-bijlage 28 december - 3 januari 2002 van Le Bien Public).


home

Laatst aan geprutst op 1 juli 2002.
Wij krijgen graag uw post op dit adres.