home . fétigny . palm . aquarel . juf . kampenhout . teksten . gedichten . wij
Kampenhout
Het Torfbroek
De vliegtuigen scheren er rakelings over je hoofd, want je staat net onder de belangrijkste landingsbaan van het vliegveld van Zaventem. Om het even waar je je bevindt in het gebied, zie je altijd wel een huis staan, want het natuurdomein is maar zo'n 40 hectare groot. De erg drukke Haachtsesteenweg ligt op nog geen 500 meter afstand. In het broedseizoen kun je niet volledig door het gebied wandelen, want dan is het meest precaire deel ervan afgesloten om de rust te garanderen. En tot voor kort kon je vlakbij overheerlijke kriek met echte krieken drinken, maar het café is enkele maanden geleden afgebrand en wordt niet heropgebouwd. Op het eerste gezicht lijkt deze plek dus te mijden als de pest. Vergeet het. Aan je voeten ligt een van de topnatuurgebieden van Vlaanderen, België en zelfs Europa.
Het kalkmoeras Torfbroek in Kampenhout behoort tot de rijkste natuurgebieden van onze klimaatgordel. Het aantal regelmatig waargenomen vogelsoorten bedraagt een eind in de honderd, het aantal plantensoorten schommelt rond vierhonderd. Vanwaar zoveel diversiteit,te midden van de oprukkende menselijke activiteiten?
Om te beginnen zijn er de verschillende biotooptypes: de centrale vijver (ooit was dit een turfput, later gebruikt als vlasrootput), de beboste randen, de verschillende types hooilanden en enkele akkers. Hier vind je de rijkgeschakeerde levensgemeenschappen allemaal terug. Je kunt je natuurlijk voorstellen dat het om kleine lapjes gaat, gezien de minieme totale oppervlakte van het gebied.
Er is ook de uitzonderlijke waterkwaliteit. Het grondwater borrelt op uit de bodem, vanuit verschillende bronnen en kwelzones. De samenstelling ervan is heel specifiek, zeker voor de streek. Het bevat immers zeer veel kalk en ijzer, wat zijn invloed heeft op de organismen die erin moeten overleven. Zo zorgt het hoog ijzergehalte ervoor dat het aanwezige fosfor neerslaat, waardoor het moeilijker beschikbaar is voor de planten. Fosfor is nochtans een belangrijke bouwsteen voor heel wat vegetatiesoorten. De planten die er minder afhankelijk van zijn, zijn dus in het voordeel.
Er is ook de specifieke bodemgesteldheid. Vele honderden hectaren in de wijde omgeving van Kampenhout staan geboekstaafd als kalkrijke zandleemgrond, veen, met enige bijmenging van wat extra lemige fracties. Een probleem is dat zowat de hele zone inmiddels is volgebouwd, zodat de oorspronkelijk rijke vegetatie is verdrongen door stenen bouwsels in overmaatse posturen. De open gebieden worden ingenomen door intensieve landbouwgrond. Het Torfbroek is zowat het enige plekje in de streek dat de talloze aanslagen overleefde. Het aangrenzend domein Ter Bronnen (vijf hectare) heeft ook nog wat van de oude glorie kunnen bewaren, maar het is een meer parkachtige zone die de vergelijking met het Tortbroek niet echt aankan. Toch is ook dit domein een bezoekje waard. Het is het hele jaar door toegankelijk.
APOTHEKERS
Reeds uit de 19de eeuw zijn rapporten bekend waaruit de onvoorstelbare, vooral botanische, rijkdom van het Tortbroek moet blijken. Van heinde en ver kwamen professoren en specialisten ter plaatse, om zoveel zeldzame soorten te aanschouwen. Andere frequente bezoekers waren apothekers, die hier nog planten soorten vonden, die elders in de regio niet groeiden. ln dit kleine circuit van mensen leefde de wil om het gebied blijvend te beschermen. Er werd een zware strijd geleverd in de jaren dertig om het Tortbroek definitief te vrijwaren. Grote delen werden volgestort of verkaveld. Na de Tweede Wereldoorlog sloeg de bouwwoede nog eens grote gaten in het eens vrij uitgestrekte natuurgebied. Al wat nu nog rest, staat onder bescherming van verschillende wetgevingen. Zo is het terrein een erkend natuurreservaat, het is tegelijk habitatgebied, en het is geklasseerd als landschap. De voornaamste eigenaars zijn de gemeente Kampenhout, die het belang van de natuurwaarden inziet en erkent, en de VZW Natuurpunt. De samenwerking tussen beide partijen loopt voortreffelijk. Het beheer is sinds 1978 in handen van de VZW, de grootste natuurvereniging van Vlaanderen. Ook Ter Bronnen is in beheer bij deze vereniging.Professionelen en vrijwilligers proberen de troeven van de rijke bodemgesteldheid te versterken. Dat gebeurt met een zeer extensiefmaaibeheer. Om de bovenste bodemlaag zo weinig mogelijk te beschadigen, wordt vooral met de hand gemaaid. Deze beheervorm is intussen bijna 25 jaar van toepassing. En de resultaten zijn onthutsend. ln de jaren zeventig waren de meeste plantensoorten zwaar op de terugweg. Alle soorten kwamen spontaan terug, omdat ze via het beheer de kans kregen zich te ontwikkelen. De concurrentie van meer gewone soorten werd teruggedrongen door ze weg te maaien.
VISAREND
De beheerders sleutelden ook aan de waterhuishouding. De grondwaterstand moet zo constant mogelijk zijn, de waterkwaliteit onberispelijk. Zo niet zouden heel wat teruggewonnen soorten opnieuw verdwijnen. Dat het niet alleen om plantensoorten gaat, bewijzen de verschillende, zeldzame soorten kokerjuffers en een dertigtal soorten libellen en waterjuffers, die in de buurt van het vijverwater terug te vinden zijn. De vijver zelf bevat een evenwichtige vispopulatie, van de kleine stekelbaars, over de brasem, tot de snoek. Natuurlijk laten ook de vogels zich niet onbetuigd. Sommige jaren zijn er broedgevallen van de bruine kiekendief, de ijsvogel, de waterral, en rietvogelsoorten zoals de blauwborst en de kleine karekiet. Doortrekkers zijn onder meer de visarend, de rietzanger en de purperreiger. Bij de prominente overwinteraars vinden we de roerdomp en de blauwe kiekendief.
Maar zoals gezegd, de planten zijn de parels van dit gebied. Een onvolledige opsomming geven doet onrecht aan vele soorten, maar wat moet, moet. Hierbij dan, enigszins ongewild, een hitparade van de soorten: teer guichelheil, parnassia, knopbies, weegbreefonteinkruid, spiesleeuwebek, een twintigtal zeggesoorten, zeven orchideeënsoorten,... Voor de leek zegt dit misschien niet veel. 'Kenners' weten wat dit betekent.
Een merkwaardig kenmerk van deze vegetatie is dat zuur- en kalkminnende soorten door elkaar voorkomen. Dat heeft te maken met de waterhuishouding. Het opkwellend grondwater is namelijk kalkrijk. Dat komt doordat het (van nature zure) regenwater dat in de wijde omgeving in de grond dringt en later precies in het Torfbroek weer aan de oppervlakte komt, kalkrijke, ondergrondse bodemlagen passeert. De kalk lost daarbij op in het zure water, en komt mee met de kwelstroming aan de oppervlakte.
Vroeger werd het Torfbroek ontwaterd via allerlei grachtjes, om er aan landbouw te kunnen doen. Dat slotenpatroon is op vele plaatsen nog goed zichtbaar. ln de sloten zelf staat nu vooral dat kalkrijk kwelwater. ln de hogere delen tussen twee grachten blijft het kwelwater onder het maaiveld staan. Daardoor dringt de regen rechtstreeks in de vegetatie. Door dit delicate evenwicht, heb je in de lagere gedeelten kalkrijk kwelwater, en dus een kalkminnende vegetatie. De hogere delen zijn een stuk zuurder vanwege het stagnerende regenwater. Daar vind je dus zuurminnende plantensoorten.. tot enkele soorten veenmos toe. Dat maakt dat je op enkele vierkante meter de twee uitersten bij elkaar hebt staan, en dat ls een hoogst merkwaardig zicht.
Het toppunt is dat van beide groepen de erg zeldzame soorten voorkomen. Dat heeft dan weer te maken met de typische bodemgesteldheid en het grootse verleden, waarvan nog heel wat soorten in de zaadbank aanwezig waren. De zaden van sommige planten kunnen inderdaad vele tientallen jaren in de bodem overleven, tot wanneer de levensomstandigheden verbeteren. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren door het gevoerde beheer en de verbetering van de waterhuishouding. Plots kunnen die zaden dan beginnen te kiemen. Je ziet hier heel mooi in de praktijk waartoe een 'juist' en consequent gevoerd natuurbeheer kan leiden. Hiertoe is het gebied intensief bestudeerd, en werden op een wetenschappelijke manier conclusies getrokken die leidden tot een doorgedreven en verantwoord werkschema. Want niets is zo moeilijk als het juiste beheer te kiezen voor een gebied. Een verkeerde keuze kan catastrofale gevolgen hebben, met onherstelbare schade. Tot hiertoe gaan de resultaten er nog steeds op vooruit. Regelmatig komen er nieuwe planten- en vogelsoorten bij, zonder dat andere er op achteruit gaan.
Het wandelpad laat een groot deel van die rijkdom zien. Vooral buiten het broedseizoen krijg je een zicht op alle biotooptypes, want dan is het gebied volledig toegankelijk. De geleide wandelingen in de maanden mei en juni zijn de beste, maar elke maand valt er echt wel veel te beleven. ln de vakantieperiode en de weekends zijn er soms open werkdagen, die het voordeel hebben dat je inzicht krijgt in het hoe en waarom van de rijkdom van het gebied. Er is vrije toegang vanaf 1 augustus tot half maart, van zonsopgang tot zonsondergang. Elke eerste zondag van de maand is er een geleid bezoek, dat begint om 9.30 uur. Het is een echte aanrader. Startplaats is het afgebrande café Fauna & Flora in de Torfbroeklaan, dat op termijn in het natuurgebied zal worden geïntegreerd. Als je niet echt geïnteresseerd bent in de specifieke natuurwaarden, zul je niet zoveel genieten van een bezoek aan dit gebied.
Benodigdheden voor een geslaagde wandeling: laarzen, verrekijker, loep. Kinderwagens of rolstoelen kunnen niet op de paden, aangezien voor een natuurlijk profiel werd gekozen. Natuurpunt heeft liever geen honden in de natuurgebieden, vooral vanwege de mogelijke verstoring (blaffen, loslopen en geursporen). Ze zijn 'desnoods' toegelaten aan de leiband.
uit De Financieel Economische Tijd van zaterdag 6 juli 2002
home
Laatst aan geprutst op 29 september 2002.
Wij krijgen graag uw post op dit adres.